Ready Golf heeft als doel een flight sneller door de baan te laten gaan
De snelheid van het spel op een baan of in een wedstrijd is soms zo traag dat golfers het plezier in de sport verliezen. Met Ready Golf streven wij een prettig speeltempo. Zo kunnen we ergernis over traag spel voorkomen. Ready golf betekent dat je speelt zodra het kan. Mits het veilig is natuurlijk. Je hoeft dus niet altijd op je beurt te wachten. Hieronder volgen 16 Ready Golf tips.
1. Voorbereiding op een slag
Terwijl je naar je bal toe loopt of terwijl anderen in je flight aan het spelen of voorbereiden zijn, kan je al veel informatie inwinnen die belangrijk is voor je volgende slag. Bepaal je strategie en stokkeuze voordat je aan de beurt bent; waar komt de wind vandaan, wat is de afstand die je wilt overbruggen, hoe loopt de hole, waar liggen de hindernissen? Op deze manier ben je klaar om je bal te slaan als je aan de beurt bent.
2. Kies de juiste tee
De keuze van de afslagplaats heeft veel invloed op de snelheid van het spel. Als een beginnende golfer van de gele of witte afslag speelt heeft hij/zij doorgaans meer slagen nodig en duurt een ronde ook aanzienlijk langer. Tevens kan het spelen van de juiste afslag ervoor zorgen dat je een aantal lastige hindernissen of lastige gebieden al gepasseerd bent. Hierdoor gaat ook de succesbeleving omhoog.
3. Klaar staan
Zorg ervoor dat je al helemaal klaar bent om te spelen als je aan de beurt bent. Dit voorkomt veel frustratie van andere spelers en de ronde zal ook een stuk sneller gaan. Gebruik je een rangefinder? Laser dan alvast de afstand terwijl anderen slaan en doe dat niet pas als het jouw beurt is.
4. Kortere afslagen eerst
Het komt wel eens voor dat je op de groep vóór je moet wachten. Misschien is je medespeler, een longhitter, aan de beurt om te slaan, maar die heeft de kans de spelers voor jullie te raken. Jij slaat wellicht korter en kan de spelers voor je nooit raken. Sla dan als eerste vanaf de tee, dat scheelt weer wat tijd.
5. Soms voor je beurt slaan
Jij bent klaar om te slaan maar je medespeler, die eigenlijk aan de beurt is, nog niet. Sla dan als eerste zodat je medespeler daarna kan slaan en de tijd heeft om zich nog voor te bereiden op de volgende slag.
6. Een korte pre-shot routine
Een pre-shot-routine herhaal je bij iedere slag. Als deze kort is, kan dit veel tijd schelen in een golfronde. Een goede en veelgebruikte routine is ‘staan, oefenswing, slaan’. Hoe langer je over je slag gaat nadenken hoe slechter die meestal gaat. Je golfprofessional kan je helpen met het vinden van je juiste (korte) pre-shot-routine.
7. Kijk mee als anderen slaan
Als je een rondje speelt, kijk dan altijd mee als een ander slaat. Bij een scheve slag vind je dan veel eerder de bal. Ga bij een rechtshandige speler bij voorkeur rechts naast de speler staan. Je staat dan veilig en kunt de bal goed volgen.
8. Speel een provisionele bal
Zodra je denkt dat je bal verloren of buiten de baan zou kunnen zijn, speel je een provisionele bal. Stel dat de eerste bal verloren is, dan hoef je niet terug te lopen naar de plaats waar je vandaan kwam omdat je al een provisionele bal hebt gespeeld.
9. Eerst slaan, dan zoeken
Je medespeler heeft de bal in het bos geslagen en jouw bal ligt prachtig op de fairway. Sla dan eerst je eigen bal op de fairway en ga daarna helpen met zoeken. Dat kan behoorlijk wat tijd schelen.
10. Harken? Sla alvast!
De bal van je medespeler ligt in de bunker. Je medespeler slaat de bal en ligt vervolgens nog steeds verder van de hole af dan jouw bal. Sla in dit geval alvast jouw bal zodat je medespeler de tijd heeft om de bunker te harken en zich voor te bereiden op de volgende slag.
11. Meteen uitholen
Bepaal alvast uw putlijn als de anderen putten of chippen. Op de green heb je jouw bal dichtbij de hole geput, maar ook dichtbij de lijn van je medespeler. Hole dan vast uit. Dit is sneller dan opnieuw je bal markeren, je medespeler laten putten en dan zelf putten. Blijf na het uitholen niet op en rond de greens hangen.
12. Lastige bal
Het kan zijn dat je medespeler verder weg ligt dan jij maar een lastige slag heeft. Je medespeler heeft wat tijd nodig om zijn of haar opties te bekijken. Als het veilig is, sla dan eerst jouw bal. Dan heeft je medespeler wat meer tijd en kan hij of zij slaan nadat jij je bal hebt geslagen.
13. Voor de green eerst
Jouw bal ligt aan de voorkant van de green en de bal van je medespeler ligt over de green. Chip jouw bal dan eerst vanaf de voorkant van de green zodat je medespeler de tijd heeft om naar de achterkant van de green te lopen.
14. Tassen slim wegzetten
Als je naar de green loopt, zet je tas dan meteen op de weg richting de afslag van de volgende hole. Soms zie je de volgende afslag al liggen of er staat een bordje dat de richting aangeeft.
15. Scores op de juiste plek noteren
Noteer de score pas als je bent aangekomen op de volgende afslag. Dan is de hole die je net hebt gespeeld vrij voor de groep achter je. Wie als eerste afslaat op de volgende hole, noteert de score pas na de afslag, terwijl anderen afslaan. Kijk wel altijd mee bij de afslag van anderen! Hoe meer mensen meekijken, hoe eerder een scheve afslag wordt gevonden.
16. Afwisseling van spelvormen
Een van de mooie aspecten van golf is dat er verschillende spelvormen zijn. Het maakt de sport niet alleen divers maar het kan ook helpen bij de spelsnelheid. Strokeplay is een van de langzaamste spelvormen aangezien iedereen elke hole moet uitspelen. Stableford spelen gaat sneller; de spelers moeten de bal oppakken als ze geen punten meer kunnen halen. Hetzelfde geldt voor bogey- en par-wedstrijden en foursomes. En matchplay gaat ook snel omdat tegenstanders slagen aan elkaar kunnen geven.